info@het leerfundament.nl Vrouwbuurtstermolen 14, 9077 SW Vrouwenparochie

Sensorische ontwikkeling

Sensorische ontwikkeling

Bij de sensorische ontwikkeling gaat het om de ontwikkeling van de zintuigen.
Sensoriek is zintuiglijk waarnemen. Waarnemen gebeurt via de zintuigen, waardoor we informatie krijgen over ons eigen lichaam en de wereld om ons heen. Deze informatie van de zintuigen (signalen) wordt via de zenuwbanen naar de hersenen gestuurd, daar verwerkt en er volgt een (eventueel motorische) reactie.

Als mens beschikken we over de volgende zintuigen:

  • Reuk
  • Smaak
  • Gehoor
  • Gezichtsvermogen
  • Oppervlakkige tastzin (het ontvangen van prikkels op de huid)
  • Diepe tastzin (propriocepsis, oftewel de spierspanning)
  • Evenwicht (vestibulair systeem)

De zintuigen maken een eigen ontwikkeling door, maar werken niet afzonderlijk. Ze beïnvloeden elkaar en moeten als geheel functioneren.
Als je een mandarijn ziet, weet je hoe deze aanvoelt, ruikt en smaakt (integratie van verschillende zintuiglijke prikkels). Zowel een tomaat als een biljartbal zijn rond en rood, maar je zet in de laatste niet je tanden.
Op basis van ervaring vormen we ons een zintuiglijke en fysieke kaart van ons lichaam en de wereld om ons heen. Dit is een steeds doorgaand proces, zo ontwikkelen we ons.
De eerste 7 jaren van het leven van een kind zijn essentieel voor de latere ontwikkeling op de basisschool. Kinderen moeten in die jaren via de zintuigen ervaringen hebben opgedaan om deze om te kunnen zetten in kennis.

Goed ontwikkelde zintuigen zijn van belang om je motorisch te kunnen ontwikkelen. Je kunt pas een bal vangen als je hem ziet. En een goede motorische ontwikkeling is nodig voor allerlei andere ontwikkelingen zoals de taal- en rekenontwikkeling. Door het ontwikkelen van de tastzin leren kinderen ook hoe ze minder snel vallen.

De zintuiglijke ontwikkeling is heel belangrijk in de sensomotorische ontwikkeling, waarbij bewegen (motoriek) en ervaren (sensoriek) een belangrijke samenwerking hebben.
Hieronder volgt een voorbeeld van deze belangrijke samenwerking van deze sensomotoriek:
Stel je gaat op de fiets naar de supermarkt, dan kom je er niet met alleen je motoriek (het bewegen, in dit geval fietsen). Je hebt hier ook je sensoriek (zintuigen) voor nodig.
Je gebruikt je ogen om te kijken wat je op de weg tegenkomt, je stopt als het stoplicht op rood staat of een stopstreep nadert, je luistert of er bijvoorbeeld een vrachtwagen achter je aan komt. Je ruikt de natuur, stinkende uitlaatgassen of andere geuren. Je voelt de wind op je gezicht. Je kunt trappen en sturen zonder op je voeten of handen te letten door het diepe tastgevoel (spierspanning). Je bewaart je evenwicht met o.a. het evenwichtsorgaan.
Dus onze zintuigen werken hierbij samen en voor een groot gedeelte gebeurt dit onbewust.
Als de informatie, die binnenkomt vanuit verschillende systemen, niet met elkaar in overeenstemming is, kunnen er reacties optreden, zoals rood worden, misselijkheid en dergelijke. Dit kan voorkomen bij bijvoorbeeld lezen in de auto. Het vestibulaire systeem (het evenwicht) registreert beweging terwijl je naar een niet bewegende tekst kijkt.